Begin dit jaar zocht ik Nel Schellekens op in haar restaurant Het Keunenhuis. Gasten schuiven aan bij het kookaltaar van Nel. Daar kookt ze een uitgebreide maaltijd en geeft haar visie op ons voedselsysteem. Die is interessant, inspirerend en soms ook ongemakkelijk. Tijdens mijn bezoek kreeg ik een rondleiding door de prachtig gerenoveerde boerderij. Nel vertelt het verhaal van de boerderij, van haar restaurant en preekt ook. Een beetje.

Na de sluiting van haar restaurant De Gulle Waard begon Nel Schellekens aan een ambitieus nieuw project: de restauratie van de oude boerderij Het Keunenhuis. Dit monumentale pand uit 1908 is nu het thuis van Nel en haar man Henk. Maar daar ging het nodig aan vooraf, vertelt Nel: “Toen wij hier voor het eerst binnen kwamen, stortte het huis bijna in. Er zaten geen plafonds meer in, dingen hingen met spanbanden uit elkaar, alles was kapot. Alle verf was nog origineel, daar was nooit wat aan veranderd.”

Een groot van de boerderij is in de oude staat herstelt. De bakelieten telefoon staat in de hal, in de voorkamer staan de familieportretten op een rij en in de oude keuken staat een kookstoof. Die doet het nog: “Ik kan hier wafeltjes bakken, koffie koken en de zondagse soep van de zaterdagse hen maken,” aldus Nel Schellekens.

Op de oude deel van de boerderij is nu het restaurant ingericht. Alle tafels staan opgesteld rondom de werkbank van Nel. De werkbank is omgedoopt tot kookaltaar: “Een architect die meewerkte aan het project vroeg me hoe je dit noemt. Het is geen fornuis, het is ook geen kachel. Toen bedacht hij de naam ‘kookaltaar’. Want ik ben toch een beetje een prediker.”

En preken, dat doet ze. In Smaakmakers vertelt ze over de Hollandse asperge: “Als je asperges koopt in de winkel, zie je alleen die lekkere dikke. De AA-kwaliteit. Maar als ik bij een boer asperges haal, liggen de andere asperges in grote bakken buiten. Dat is varkensvoer. Maar die dunne en kromme asperges smaken net zo lekker!”

Koop je asperges in de supermarkt, dan is nog maar de vraag of die asperges in Nederland geteeld zijn, vertelt Nel: “Een groot gedeelte van de Nederlandse asperges wordt gewoon in Polen geteeld. Die liggen hier twee weken in een koelcel en mogen dan als Hollandse asperges de winkel in.”